De laatste tijd krijg ik vaak de vraag hoe een DGA zijn oudedagsvoorziening moet opbouwen. Dus niet zozeer kán opbouwen, maar wat is nu de beste manier? Vroeger was het immers ‘makkelijk’. De DGA bouwde pensioen op in zijn eigen (holding) BV. Aangevuld met een stukje verzekerd pensioen, zeker voor het partnerpensioen.
Het deel in eigen beheer was daarbij ‘best wel’ opportunistisch ingestoken. Immers dé reden dat eigen beheer is afgeschaft was dat er te weinig echt pensioengeld was. En dat er nogal ‘aangerommeld’ werd met het beoogde pensioengeld met rekening-couranten etc.
Beste manier?
De vraag is dus, wat is dan nu de beste manier? Waarbij aangetekend dat er voor een verzekerd pensioen voor een DGA bijna geen verzekeraars meer zijn. En meehobbelen met het werknemers-contract is niet mogelijk. Omdat pensioen ook een levenslange voorziening moet zijn, is echt pensioen, dus vanuit de formele werkgever-werknemer relatie, dan ook eigenlijk geen optie meer.
Lijfrente
Dan blijft, net als voor een zzp’er, lijfrente over. Een prima voorziening voor extra inkomen boven de AOW, gedurende een x-aantal jaren na pensioendatum. De fiscale ruimte is sinds de Wet toekomst pensioenen met 30% aftrek én een reserveringsruimte van 10 jaar én ruim € 40.000 natuurlijk ruim voldoende. Het is dan een eigen keus hoeveel er in een lijfrente wordt gespaard. Als vuistregel adviseer ik vaak een kapitaal dat voldoende is voor 10 tot 15 jaar een tijdelijke oudedagslijfrente van ruim € 26.000 per jaar. Rekening houden met een indexatie van 2% per jaar, kan/moet dan zo’n € 300.000 á € 500.000 worden gespaard. Naast de AOW een prima (eerste) aanvulling.
Overig
De rest van het pensioen, uiteraard rekening houdend met de voorzieningen vanuit het verleden die er al zijn, moeten dan komen vanuit overige ‘beleggingen’. Dat kan zijn de (te verwachten) waarde van het bedrijf, overwaarde eigen woning, en overige bezittingen van te verhuren onroerend goed en vrije beleggingen. De keus om winst in de BV te laten zitten en dividend uit te keren kan ook een goede zijn. Wel moet dan de BV aangehouden worden. De vraag is tot wanneer en wat als de DGA overlijdt en zijn partner ‘er mee zit’?
Eigen keus en verantwoordelijkheid
Eigenlijk is het dus niet zo moeilijk. Begin met sparen in een vrij kapitaal. Daarna sparen voor een aanvullende (bancaire) lijfrente en tot slot weer ‘vrij’ beleggen, in of buiten de BV. Belangrijker is toch ook de eigen daadwerkelijk spaarzin. En die is, net zoals toen eigen beheer nog mogelijk was, niet zoveel veranderd en dus nogal persoonlijk. Voor een accountant dus zaak om het jaarlijks – tot in den treure – te blijven bespreken met de DGA op basis van een uiteraard in de tijd dynamisch plan. Rekening houdend met eigen wensen en blijvende verdiencapaciteit. Feit blijft dat de DGA zelf uiteindelijk verantwoordelijk is!
West u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met &Gommer Pensions Group 013 207 0052 of kijk op : www.gommerpensions.nl
Theo Gommer, telefoon: 013-2070052/06-51449524
E-mail: theogommer@gommerpensions.nl
Website: www.gommerpensions.nl